Een deurhanger met deze tekst kijkt me aan vanaf de plek op de kast waaraan hij hangt. Ik kreeg hem vorige week bij een workshop omgangskunde van Esther Wokke. Haar kijk op het onderwijs en de opvoeding is interessant. Ook ik bekijk het op haar manier. Tijdens de workshop kreeg ik de ene na de andere bevestiging: zo gek doe ik het niet als moeder.

Balanceren tussen vrijheid en grenzen: opvoeding tijdens de puberteit.

Ik heb al jaren de mening dat je kinderen niet kunt behoeden voor fouten, van fouten leren ze. We willen onze kinderen begrenzen. Iets wat tijdens de puberteit een onhaalbare zaak is: je kunt ze niet tegenhouden. Onze kinderen hebben een eigen karakter en moeten zelf de wereld ontdekken. Dit wil niet zeggen dat we onze kinderen lukraak hun gang moeten laten gaan.

Ouderlijke discussie over kapsel en zelfexpressie van een tiener

Vanmorgen nog had ik de zoveelste discussie met mijn 12-jarige zoon. Ik vind dat hij regelmatig naar de kapper moet, en dat hij er slonzig bijloopt. Hij werd boos op mij en liet mij zijn ongezouten mening horen: ‘Ik vind het niet leuk dat jij altijd zeurt over mijn haar. Het is mijn hoofd mam, jij bént de wereld niet! Het boeit mij niets wat andere mensen van mij denken.’ Een punt voor hem, ik leer ze deze eigenschap zelf. ‘Je hebt gelijk, het is jouw hoofd. Ik zou het wel fijn vinden als je dan dat haar iets vaker wast dan dat je nu doet. En een bezoekje aan de kapper brengt om af en toe je ongelijke pieken te fatsoeneren, ‘zei ik tegen hem, terwijl ik mijn hand ondertussen door zijn vette haar haalde. Zijn blik die daarop volgde had iets weg van een volwassene, verstopt in een slungelig jongenslichaam. Samen met een diepe zucht beloofde hij me dan één keer per half jaar te gaan voor alléén de pieken. Dat onderhandelen zat er al jong in. Hij zijn zin, maar ik ook. Dwang heeft geen zin: hij moet zijn eigen ik en mening ontwikkelen, niet de mijne. Zoals ik het gedicht van Kahil Gibran:

 

Je kinderen zijn je kinderen niet.

 

Je kinderen zijn je kinderen niet.
Zij zijn de zonen en dochters van ’s levens hunkering naar zichzelf.

Zij komen door je, maar zijn niet van je,
en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.

Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.

Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen,
want hun zielen toeven in het huis van morgen,

dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag proberen gelijk hun te worden, maar tracht niet hen aan jou gelijk te maken.

Want het leven gaat niet terug,
noch blijft het dralen bij gisteren.

Jullie zijn de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten.
De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige,
en hij buigt je met zijn kracht opdat zijn pijlen snel en ver zullen gaan.
Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter
een vreugde voor je zijn:
want zoals hij de vliegende pijl liefheeft,
zo mint hij ook de boog die standvastig is.”

 

-Kahlil Gibran –

 

De uitspraak: “Niet storen, hier wordt aan de toekomst gewerkt,” slaat dan ook de spijker op zijn kop. Onze kinderen zijn zoveel meer dan alleen onze kinderen.

Lees ook mijn blog: Het knipincident

 

Volg mij op Instagram. Zo blijf jij ook op de hoogte van mijn nieuwste blogs.

 

 , , , , ,