De handen van mijn moeder draag ik altijd bij me, haar handen zijn mijn handen; ik herken ze  in mijn eigen handen. Nu ik ouder word lijken mijn handen steeds meer op de handen van mijn moeder: dezelfde vorm nagels, dezelfde diepe lijntjes in mijn palmen en dezelfde bewegingen, dezelfde handelingen.

Ruwe en gehavende handen vol liefde en zorg.

In mijn jeugd waren de handen van mijn moeder droog, ruw en gehavend door kloven, altijd droeg mama een pleister om deze pijnlijke barsten te beschermen, volgesmeerd met dikke witte crème. Haar ruwe handen als schuurpapier op mijn wang, als ze mijn gezicht liefdevol vastpakte om mijn gezicht te wassen en de vlekken van chocoladepasta uit mijn mondhoeken resoluut verwijderde met een natte lap. De geur van de lap zit nog diep in mijn herinnering; de muffe stank, de weeë geur van rottend fruit en aardappelschillen.  Die lap lag dagenlang op het aanrecht en alsof het doodnormaal was werd deze gebruikt om de snoeten van haar dochters en het aanrecht te poetsen.  Mijn immuniteit werd gekweekt door de natte lap, dat dan weer wel. Ziek ben ik er nooit van geworden.

Van geboorte tot opgroeien: de steun van mijn moeders handen.

De handen van mijn moeder hebben die mij stevig vasthielden vlak na mijn geboorte, mijn tere hoofdje tegen haar borst geduwd, bang om mijn glibberige lijfje te laten vallen. Vele luiers hebben ze om mijn billen gespeld. In de jaren zeventig gebruikten moeders nog katoenen luiers, dus ontelbare aantallen hebben ze in de week gezet. De handen van mijn moeder zullen wat pleisters geplakt hebben op mijn blote knieën, beschadigd door de ontdekking van het leven en mijn vallen en opstaan. Liters tranen hebben ze gedroogd, ook die van haarzelf.

Een culinaire en liefdevolle kracht: de veelzijdigheid van mijn moeders handen.

De handen van mijn moeder hebben duizenden aardappelen geschild, sommigen met grote ogen, sommige glad en geel. Ze hebben kilo’s gehakt gekneed, wortels geschrapt en boontjes geknakt. Liters afwasmiddel hebben dezelfde handen getrotseerd: een vaatwasser was er in mijn jeugd nog niet. Ik vergeet nooit de talloze liefkozingen die ze met haar handen gaf, de bemoedigende schouderklopjes, een kneepje in mijn hand of mijn arm. De handen van mijn moeder, altijd in beweging, misschien wel honderden kaarten gemaakt en gepost. De handen van mijn moeder hebben net zoveel enveloppen geopend en ontelbaar veel keren de snoeten van haar kinderen en kleinkinderen gepoetst. De handen van mijn moeder hebben duizenden bladzijdes omgeslagen tijdens het lezen van stapels boeken.

De evolutie van de handen van mijn moeder: van ruwheid naar tederheid.

Nu mijn moeder bijna vijfenzeventig jaar wordt zijn haar handen minder ruw dan in mijn herinneringen. De ruwheid verjaagd door de jaren en de vocht inbrengende crèmes. De handen van mijn moeder zijn bijna eenenvijftig jaar de handen van ‘een’ moeder, al bijna drieëntwintig jaar de handen van ‘een’ oma en wie weet worden ze tijdens haar leven op aarde nog de handen van ‘een’ overgrootmoeder, die haar achterkleinkind zachtjes in slaap wiegt, dezelfde handen stevig om het tere pakketje nageslacht.

Een erfenis van handen: de voortdurende verbondenheid met mijn moeder.

De handen van mijn moeder zullen uiteindelijk stilzwijgend gevouwen liggen op haar borst vlak boven haar navel. Haar navel, het litteken, en herinnering aan haar eigen begin. De handen van mijn moeder kunnen een boek schrijven over alles wat ze hebben beleefd, gezien en aangeraakt. De handen van mijn moeder leven voort in de mijne, maken nieuwe herinneringen, want haar handen zijn een deel van de mijne en hierin zal ze altijd voortleven, net zolang tot ik het tijdelijke met het oneindige verruil en mijn handen zullen verder leven in de handen van een van mijn kinderen.

Volg mij op Instagram. Zo blijf jij ook op de hoogte van mijn nieuwste blogs.

 , , ,