Blog Louisa Westra
Als klein meisje hoorde ik vaak het woord ‘menstoeliebe’ uit de mond van mijn moeder komen. Dat mam zich aan iets of iemand ergerde was dan duidelijk. ‘Menstoeliebe’ kwam uit de keuken, uit de schuur of op een plek waar mijn moeder zich dan ook bevond. Daar waar mijn moeder zich op dat moment bevond.
Hebben jullie ook zo’n last van grijze duiven? Een vraag waarvan je in eerste instantie denkt aan te veel duiven in je tuin, of het geluid van de gillende meeuwen die bij ons de nachtelijke decibelmeter doet uitslaan naar 100dB.
Mijn drukbezette vriendin zit bij me aan tafel, een koffietje en een kletsmoment. Al snel gaat het gesprek over ‘grijze duiven.’ Ik vertel haar namelijk dat ik de afgelopen maand al twee keer, bijna, een fietser aanreed op die ene rotonde vlak bij haar oude huis.
Hoe zal het leven op aarde zijn als mijn eerste kleinkind 70 jaar wordt.
De eerste Dag van de Aarde was op 22 april 1970. Ik zat nog diep verstopt in ‘de verrekijker,’ zoals mijn vader ons bestaan voor we op aarde kwamen vaak noemt. De gevaren van smog en luchtvervuiling waren volop in het nieuws. Mijn ouders gingen ervanuit dat door milieuwetgevingen oplossingen zouden komen om de aarde schoner te houden. De belofte van verandering hing in de lucht, ze hadden alle vertrouwen.
Ik zit met mijn kinderen bij de kapper, de jongste heeft er een hekel aan.
Mijn jongste zoon loopt al maandenlang met een slonzige en onverzorgd lange haardos, althans volgens mijn ideeën. Hij vindt mij een zeurkous en vindt dat hij zelf mag bepalen wat hij met zijn haar doet. ‘Het is mijn lichaam, dus ik bepaal dat zelf mam,’ vertelt hij me, als ik volgens hem weer eens de tante Zeur uithang. Dat hij er zo over denkt is geheel aan mezelf te wijten, alle jaren voorafgaand aan dit soort momenten heb ik hem geleerd dat hij goed is zoals hij is. Stiekem overvalt mij een gevoel van trots als hij zo stronteigenwijs zijn eigen idealen hooghoudt.
Toen ik nog een kind was, kreeg ik vaak de vraag: 'Wat wil je later worden als je groot bent?'
Mijn opmerkelijke antwoord was altijd hetzelfde: ‘Moeder of hoer.’ Het was een nogal ongebruikelijke reactie, maar ik gaf het blijkbaar zo vaak dat mensen me er nu nog steeds aan herinneren. Het beroep van hoer is immers niet vergeten. Het is een beroep dat al eeuwenlang bestaat en altijd zal blijven bestaan.
Een oude begraafplaats, een plek waar ik vroeger vaak kwam, met mijn vader.
Een oase van rust midden in de stad was de plek waar ook ik mijn oudste, toen een jaar of vier, vaak heenbracht: kastanjes zoeken of gewoon een momentje van rust tijdens een wandeling onder de oude bomen. De zon die met haar licht schijnend door de dikke takken zorgde voor lange schaduwen op het grindpad.
Het 'onmogelijke' moment voor moeders
Als moeder zijnde kan het soms lastig zijn om een momentje voor jezelf te vinden, zelfs als je gewoon even naar de wc moet. Je hebt altijd wel een klein kind dat om aandacht vraagt. Dit is een veelvoorkomend probleem waar veel moeders mee te maken hebben. Zelfs als de kinderen ouder worden, kan het nog lastig zijn om ongestoord naar het toilet te gaan. Het lijkt wel alsof moeders nooit de tijd en ruimte krijgen om gewoon even rustig te kunnen poepen.
Het zetten van een tattoo met diepere betekenis.
Ik herinner me het nog goed. Ik was een jonge vrouw, 26 jaar en ik wilde een tattoo. Vrijgezel, strak in mijn vel en zoekende naar de zoveelste lichaamsversiering zonder betekenis. Naast de neuspiercing, navelpiercing en helix in mijn oor wilde ik nu ook een tattoo en wel op een plaats waar alleen mensen die intiem met mij waren de tattoo konden zien.
Herkennen jullie dit gevoel? Het vage gevoel van plaatsvervangende schaamte voor het feit dat je je boodschappen in plastic zakken laat bezorgen?
Ik zit druk te appen met een vriendin over het wel en wee van ons modderige moederbestaan. Beide druk met van alles en nog wat; iets wat - tot op heden - nog niet veel geld op onze altijd krappe bankrekening brengt, maar wel veel tijd opslokt. Tijd is iets waar we te weinig van hebben: we lopen, fietsen, wassen, poetsen en koken tot we al tijdens het journaal van acht uur zitten te knikkebollen.
De geur van mijn kinderen is specifiek: ze dragen, zoals iedereen, alle drie hun eigen unieke geur.
Ik herinner mij de geur van hun huid na hun geboorte, zoet en warm. De keren dat ik mijn neus op hun zachte hoofdhuidje drukte om hun geur voor altijd in mij op te nemen zijn ontelbaar. Over een aantal maanden druk ik mijn neus op de tere hoofdhuid van mijn eerste kleinkind, dit zal mij ongetwijfeld ontroeren en diepe herinneringen naar boven halen aan de babytijd van mijn eigen kinderen.
Als ik ergens de kriebels van krijg zijn het wel die stickers achterop een auto waarop de kreet: “BABY ON BOARD” staat gedrukt, in de meest grappige letters ook nog.
Het lijkt erop dat als ik deze sticker niet vanuit mijn voorruit heel dichtbij zie komen, ik dan met volle vaart op de auto voor mij zal rijden; alsof de sticker een garantie is. Zal het ontbreken van deze sticker mij groenlicht geven om met volle vaart tegen de bolide van de ouders met baby aan boord aan te botsen?
Met de eerste keer dat ik hakken droeg, bedoel ik niet de vele keren dat ik als klein meisje de kast van mijn moeder in dook om een verkleedfeestje te houden met mijn vriendinnetje. De jurken wijd om onze kleine lijfjes heen en de ‘hakken’ maten te groot, de lippenstift buiten de lijntjes gekleurd, want dat mocht allemaal, zonder oordeel met veel plezier. Met de eerste keer hoge hakken bedoel ik: de eerste keer dat ik echt hakken droeg, gewoon op straat in mijn dagelijkse leven.
De zin die mijn leven veranderde: “Ze hebben hem gevonden.” Met deze ene zin veranderde mijn leven en wel met honderdtachtig graden. Mijn vriend, waar ik ondertussen acht jaar mee samenwoonde had zichzelf van het leven beroofd. Mijn leven stond op haar kop: het huis moest worden verkocht. De kruislinkse verzekering die we op elkaars leven hadden afgesloten dekte niet in geval van calamiteiten en wonderlijk genoeg viel zelfdoding onder een calamiteit.
De handen van mijn moeder draag ik altijd bij me, haar handen zijn mijn handen; ik herken ze in mijn eigen handen. Nu ik ouder word lijken mijn handen steeds meer op de handen van mijn moeder: dezelfde vorm nagels, dezelfde diepe lijntjes in mijn palmen en dezelfde bewegingen, dezelfde handelingen.
Een bijzondere voorbereiding: alleenstaande moeder worden en de weg naar de geboorte.
Wat herinner jij je als ik nu een antwoord van je wil horen en je hierover niet mag nadenken?
Het eerste wat in mij opkomt is de geboorte van mijn oudste, mijn eerste kind. Ik zou alleenstaand moeder worden, nog een bijzondere bijkomstigheid op de bijzonderheid die een geboorte op zichzelf al is, en helemaal deze. De bevalling voorbereiden, de bezoekjes aan een verloskundige, de babykamer klaarmaken en me op de grote verandering in je leven voorbereiden in je eentje. Negen maanden is wat dat betreft best wel kort.
Een blik in mijn ondergoedverzameling.
In mijn ondergoedlade is het net Villa Kakelbont: de meest gedragen dagelijkse katoenen strings van de HEMA vooraan. Het vergeten spannende setje van rood kant, ooit gekocht om mijn man een plezier te doen, onderin en achteraan. De te grote enorm bedekkende versleten boxershorts liggen laks op de vergeten stapel. Soms, als ik de behoefte voel mijn billen te omsluiten, mogen ze de vergeten stapel verlaten.
Een bijzondere verjaardag wens: oma vraagt me op bezoek.
Ik kijk richting de hoge boom in de verte, al elf jaar lang een ijkpunt in mijn leven. Mijn gedachten gaan uit naar mijn oma, de uren vlak voor haar dood. Mijn verjaardag was een paar dagen geleden en oma, bijna zevenentachtig jaar vroeg me dit jaar voor mijn verjaardag bij haar langs te komen in plaats van zij bij mij. Het traplopen ging niet al te best meer en in het complex waarin ik woonde was nu eenmaal geen lift. Op de afgesproken dag kwam ik langs. Bij binnenkomst was het huis in rep en roer: mijn vader, mijn tante, mijn moeder en een nog inwonende oom waren ineens allemaal aanwezig. En dit niet voor mijn verjaardag, dat wist ik al snel.
De eerste keer verliefd.
Herinner jij je de eerste keer, de eerste keer dat je verliefd was? Waarschijnlijk zat je op de basisschool, of hoe het in mijn tijd heette: de lagere school. Ik was verliefd op een jongen, ik weet niet eens meer of hij bij mijn op school zat of überhaupt in de klas. Zijn naam ben ik in ieder geval nooit vergeten.